Wat als het geld op raakt?

Daar praten we niet graag over. We houden onze zorgen liever binnenshuis. Ik hoor het steeds vaker om me heen, en ik maak me zelf ook zorgen. Dat we steeds meer moeten nadenken over waar we ons geld aan uitgeven. De kosten voor ons dagelijkse leven zijn sinds de c* shit in maart 2020 onevenredig hard gestegen. Simpele dagelijkse uitgaven zijn ongekend hoog geworden. Nauwelijks rente op je spaargeld, maar torenhoge rentes als je geld nodig hebt. Fijn dat je een eigen huis hebt, met gigantische overwaarde, maar daar reageert de pinautomaat niet op. Dat we – sinds de prijzen in de supermarkten door inflatie, krimpflatie of graaiflatie gestegen zijn – en daardoor elke keer minder geld overhouden in onze portemonnee. Ik maak me zorgen. Ik kom nog uit het gulden tijdperk. Maar daar kan en wil ik al helemaal niet meer aan denken. Want dan is alles helemaal absurd. Maar we hebben het er niet over. Op een enkeling na.

Ik ben opgegroeid met het advies: je geeft alleen geld uit wat je hebt. Dus voor mij geen leningen op een auto, een fancy gadget of een zakelijke investering. Als ik het niet vanuit mijn eigen geld kan betalen, komt het er niet. Toen ik het koopcontract van mijn eerste huis tekende ben ik er weken vanaf geweest. Ik moest iets kopen waar ik een bank voor nodig had. ‘Not me!’ Autonomie blijkt toch echt één van mijn competenties dat met stip op 1 staat.

Ondanks mijn ‘veilige financiële normen en waarden’ heb ik altijd risico genomen. Met de keuzes voor werk, en ook privé. Ik richtte tijdens de financiële crisis in 2007 mijn eigen bedrijf op. Tegen de stroom in. Nooit spijt van gehad. Ik koos alleen voor een kindje. Ook niet volgens de norm. Maar nooit één seconde spijt van gehad. Toen ze 1 jaar oud was, zegde ik mijn vast contract op voor opnieuw zelfstandig ondernemerschap. Ik loop niet goed mee in de massa. Ik sla liever een andere weg in. Omdat ik me daar fijner bij voel. Eigen keuzes. Keuzes die dicht bij me staan. Waar ik 100% achter sta. Maak ik het mezelf daarmee lastig? 100% waar. Mijn keuzes worden niet altijd geaccepteerd. Of leveren niet altijd de het meeste op. Kan ik mee dealen. Meestal dan.

Zelfstandig ondernemer ben ik nog steeds. Ik heb zelfs een tweede bedrijf opgericht. En ben super trots op mijn 6-jarige zelfstandige dochter. Die ook al haar eigen pad bewandelt. Minder goed functioneert in groepen. Ik had het haar gegund om daar betere in te gedijen. Want het is niet altijd makkelijk buiten de massa. Maar van een appelboom vallen geen peren. Dus ben ik trots.

Trots op waar ik – tegen de stroom in – voor sta. En ik snap dat het niet voor iedereen is weg gelegd. Ik had het mezelf wellicht veel makkelijker gemaakt door te kiezen voor een vast dienstverband. Maar dat doe ik niet. Omdat ik geloof in wat ik te bieden heb. In het nieuwe bedrijf. Naast 100% Niki is er nu bruiskracht.

Laten we elkaar bruiskracht geven. Door te praten, door kwetsbaar te durven zijn en te geloven in ons eigen kunnen. Ik ga graag het gesprek aan!

 

Niki Janssen

niki@bruiskracht.nl

Mei 2024

 

BLOG: Ik bruis, jij bruist, wij bruisen

 

Ik haal de deksel van het blik en haal één voor één de kaartjes eruit. Het blik kreeg ik toen ik na 12 jaar afscheid nam van L1. ‘Terugblik op 12 jaar L1’ staat op de sticker. In het blik zitten 39 handgeschreven kaartjes van collega’s. Met persoonlijke herinneringen, bedankjes en succeswensen. Het blik staat op mijn thuiskantoor en eens in de zoveel tijd lees ik de briefjes nog eens door. De waardering voor wie je bent en waar je voor staat doet me goed.

Op de dag van mijn afscheid sprak de hoofdredacteur. Over mijn bevlogenheid en mijn drive om uitdagingen, ook privé, niet uit de weg te gaan. En dat hij mijn kritische houding, waardoor we elkaar ook vaak in de haren zaten, juist enorm had gewaardeerd als mede-journalist.

Waardering. Het is één van de belangrijkste pijlers waar je als werknemer op wordt voortgestuwd. Waardering die je krijgt als je afscheid neemt, als je een jubileum viert of als je dood bent. Bam.

Waarom wachten op dat éne moment?

Aandacht. Is niet verbonden aan vastgepinde momenten. Het moet er altijd zijn. Omdat aandacht je helpt om je door de lastige momenten heen te slepen. Of je laat inzien dat het succes van een bedrijf of project mede door jouw bijdrage tot stand komt. Of dat je weet dat je altijd op je collega’s mag terugvallen omdat ze zien dat er even teveel op je bord ligt.

Investeren. Bedrijven die investeren in aandacht en waardering voor hun medewerkers creëren een plek waar je wilt zijn. Waar je bij wilt horen. Waar betrokkenheid en loyaliteit is. Die als een magneet werkt op nieuwe werknemers.

Na 17 jaar 100% Niki heb ik een helder doel voor ogen. Eentje waarin al mijn ervaring en kennis is gebundeld. Waar ik enorm veel energie van krijg. Waar ik samen met toffe sparringpartners aan heb gewerkt. Het doel kreeg een naam. Bruiskracht. Bruiskracht voor bedrijven en organisaties.

Het idee kwam voort uit de vaak open gesprekken die ik vanuit 100% Niki voerde met klanten. Ik haalde hierin super waardevolle informatie naar boven. Meer dan ik in mijn primaire opdracht kwijt kon. Dat begon te knagen. Er was namelijk meer voor nodig om het doel te behalen. Vraagstukken bleven liggen waar ik bedrijven écht mee kon helpen. Het werd mijn droom voor de toekomst.

De toekomst is nu. De overspannen arbeidsmarkt, de behoefte aan verbinding tussen medewerkers en de razendsnelle ontwikkelingen in de markt. Bedrijven kunnen wel wat bruiskracht gebruiken.

Bruiskracht creëert onvergetelijke momenten op het werk. Bruiskracht gaat verder dan dat ene piekmoment. We zijn er voor de lange termijn. Met inhoud, inspiratie en impact.

Ik bruis, jij bruist, wij bruisen. Dat is het doel voor 2024.

Niki, januari 2024

Check binnenkort mijn website www.bruiskracht.nl

NIKI’S BLOG

BLOG Volg je dromen… Je hebt ze niet voor niks!

Het klinkt zo simpel. Volg je dromen. Want soms is het makkelijker om te kiezen voor zekerheid. Dat wat vertrouwd is. Of misschien wel wat van je verwacht wordt. Maar is dat altijd de beste keuze? Word je daar gelukkig van?

Ik ben nogal een dromer. Ik zit altijd vol plannen. Zo heb ik in 2005 een documentaire gedraaid tijdens mijn reis door Australië en Nieuw-Zeeland. Zeven maanden was ik onderweg. Ik had een camera gekocht om mijn reis – en vooral mijn eigen ontwikkeling tijdens de reis – vast te leggen. 21 uur materiaal. Want ik ging natuurlijk niet op reis om er niks mee te doen. Dat zit niet in mijn aard. Ik moest er ook meteen iets mee, zodat de reis ‘nut’ had. Uiteindelijk is dit materiaal goed bewaard, maar is de documentaire er nooit gekomen. In de waan van de dag heb ik, eenmaal terug in Nederland, geen ruimte gemaakt om hier een documentaire van te maken. Zonde. Vast. Maar blijkbaar was de droom niet groot genoeg.

Ik bleef dromen. Ik tikte – eenmaal terug – verschillende bedrijfsplannen uit. Sprak met ondernemers die me op weg konden helpen. Die in me geloofden. Eén bedrijfsplan is nog steeds ijzersterk. Maar is het plan al gerealiseerd? Nee. Waarom? Angst voor het onbekende. Kan ik dat? Gaat het werken? Waarschijnlijk totaal onrealistische bespiegelingen, maar waar in mijn hoofd. Blijkbaar was de droom voor mij te ver weg.

Gaat dit nog ergens heen, vraag je je nu misschien af. Ja, dat gaat het. Want ik had meer dromen. Een kind krijgen was mijn diepgewortelde wens. Maar hoe dan als single lady. Ik hoef hier niet uit te leggen dat je daarvoor toch echt met zijn tweeën moet zijn. Of toch niet? Als je een droom hebt die je echt tot in het diepst van je hart voelt, dan is alles mogelijk. Ook zonder partner dus. Deze droom ging zo diep, dat ik er echt alles voor over had. Teleurstelling, tegenslag en onzekerheid. Maar ook de drive om deze droom echt uit te laten komen. Ik koos ervoor te gaan. Het had wat voeten in de aarde, maar deze droom kwam uit. Mega trots ben ik op mijn bijna 4-jarige peuter die me elke dag laat zien dat je je dromen moet najagen. En nooit op moet geven. Want daarom mag ze er nu zijn. Vanaf nu zijn dromen realiseerbaar. Omdat je gewoon in het diepe durft te springen.

Het gaf me het lef om ook op werkvlak andere keuzes te maken. Ik trok de stekker uit de zekerheid van mijn fijne opdrachtgever in Maastricht. Om weer te gaan voor mijn eigen creatieve ambities. Want ik wist nu, dat als je je dromen najaagt, je niet teleurgesteld wordt. Omdat je het dichtst bij jezelf blijft. Toen ik afscheid nam van L1, sprak ik met een goede collega over mijn plannen. Hij vroeg heel direct: ‘Wat zou je willen, waar word je blij van?’. Ik sprak mijn langgekoesterde wens uit om een documentaire te maken. Zei ik dat echt hardop? Ja, dat deed ik. Mijn droom was om een documentaire te maken over een verhaal dat me aan het hart gaat. Wat me bezig houdt. Ik wist toen nog niet wat dat zou zijn. Nu wel.

Ik ben bezig aan mijn allereerste documentaire. Ik stapte over alle barrières – vooral in mijn hoofd –  heen om deze droom waar te maken. Omdat ik wist dat dit verhaal verteld moest worden. En ik dat heel graag wilde doen. Maar om dit verhaal te mogen vertellen had ik ook het vertrouwen nodig van de familie over wie het verhaal gaat. Zij gaven me dit vertrouwen.

Je dromen najagen brengt je op bijzondere plekken. En daar ben ik elke dag dankbaar voor!

 

Niki (11 oktober 2021)

BLOG: Vakantietijd: maar dan net even anders

Vandaag ging ik met mijn dochter ‘op vakantie’. Ze mocht zelf kiezen wat we mee namen en wat onze bestemming was. Ze begon al snel met het verzamelen van spullen die niet mochten ontbreken op onze trip. Haar zonnebril, haar nieuwe bellenblaas, de nieuwe ijsstokjes, een onderbroek en de zonnebrandcrème. Ik vroeg nog: “Hoeven we geen luiers mee te nemen?”. Nee, die had mijn 2 jarige echt niet nodig! “Wel een zwembroek, mama!”. Dus we gingen naar boven om haar zwembroek te halen.

We stapten in het vliegtuig. In eerste instantie zat ik zelf aan het stuur, maar mijn dappere dochter wilde zelf vliegen. Drie stoelen van de eetkamertafel stonden achter elkaar opgesteld. De piloot was mijn mooie meisje. Ik zat zelf op de tweede rij. Haar twee poppen mochten achterin het vliegtuig plaats nemen. Mijn dochter strekte haar armen wijd langs haar lichaam. “Whoooooeeeeiiii”. Daar gingen we dan…. Op vakantie.

“Mevrouw de piloot, waar gaan we eigenlijk heen? Naar Parijs… of Sydney?”. “Skitnie,” was haar vastberaden antwoord.

Ook bij de opvang kreeg ik de vraag of we niet op vakantie zouden gaan. De meeste ouders hadden – wellicht uitgesteld door de Coronatijd- hun vakanties inmiddels wel doorgegeven. Ik antwoordde dat ik eerder voor een paar lange weekenden vrij zou kiezen in plaats van een aaneengesloten vakantie van twee weken. Naar waarheid. Want net verlost van de intelligente lockdown ben ik blij dat ik weer zoveel mooie opdrachten mag invullen. Mijn hoofd staat nu niet naar vakantie, maar naar het inhalen van de ‘verloren tijd’. En natuurlijk bekruipt me een schuldgevoel als ik zo’n vraag krijg vanuit de opvang. Mijn dochter is ruim 8 weken thuis geweest in de lockdown. Het was zeker geen vakantie. Maar we hadden geen verplichtingen. Dus wij vulden onze dagen met lange wandelingen en bezoekjes aan de speeltuin. Even geen opa en oma, maar wel heel veel ‘mama-tijd’.

Is dat niet de strijd die veel zelfstandig ondernemers nu met zichzelf voeren? Acht weken lang kon ik niets doen, hoewel ik wel opdrachten had liggen. Geen opvang, geen opa en oma en geen partner om mezelf ruimte te geven toch te kunnen werken. Dus heb ik opdrachten terug gegeven en ervoor gekozen om het beste te halen uit de tijd dat we samen thuis waren. Nu geniet ik weer enorm van de balans die er is. Ik mag mijn creativiteit weer volop benutten, en mijn dochter mag ook weer lekker met leeftijdsgenoten plezier hebben. “We hoorden een enorm aanstekelijke lach, waar je zelf ook van moet lachen,” zei de leidster toen ik mijn meisje vrijdag ophaalde. “Je dochter was met haar beste vriendje ergens op de uitgestrekte weide lekker aan het ravotten!”. Dat bracht een enorme glimlach op mijn gezicht. Zij geniet net zo van de tijd na Corona als ik.

Het jaar is gewoon anders dan anders. En deze zomer dus ook. Over een paar weken moet onze achtertuin het vakantieparadijsje worden van deze zomer. Ik werk er hard aan. Na een aantal gigantisch drukke weken in mijn bedrijf is er gelukkig ook weer ruimte om nieuwe projecten op te pakken. Dus voor diegenen die ook dicht bij huis blijven, en de drukte van het najaar voor willen zijn: 100%Niki heeft ruimte om met jou na te denken over een sterke start na de zomer!

Niki (18 juli 2020)

BLOG: zzp-er in coronatijd

Vanmorgen was het zover. Het moment waar ik stiekem in de afgelopen acht weken reikhalzend naar uit had gekeken. Mijn dochter van 2 jaar mocht weer naar de opvang. Want het was zwaar. Acht weken lang met een mini-mensje thuis, die gewoon de hele dag lekker wil knutselen en schilderen, en niet begrijpt dat mama ook andere dingen moet doen. Ja, het gaf mij frustraties. Maar na drie weken besloot ik me neer te leggen bij het feit dat mijn bedrijf gewoon stil zou liggen, zolang mijn dochter thuis zou zijn. Twee jaar is gewoon te jong om te begrijpen wat er aan de hand is. Dus gaf ik mezelf de ruimte om vooral van haar te genieten. Want zij heeft ook niet gekozen voor een situatie waarin ze 24×7 zit opgescheept met een veertig-plusser.

Dat genieten is grotendeels gelukt. In de verhouding 70 – 30. Want de zorgen over mijn inkomen bleven altijd op de achtergrond aanwezig. Ja, er is een regeling voor ondernemers. Maar die staat natuurlijk niet in verhouding tot het inkomensverlies doordat je bedrijf volledig stil ligt. ‘Een bijstandsaalmoes’ noemde Aafke Romeijn de regeling van het kabinet in haar column in Linda. Die bleef wel lang bij mij hangen. 

Gisteravond drong het besef goed door dat ik na acht weken mijn kleine meisje weer aan de zorg van de opvang ging toevertrouwen. Ik kreeg een brok in mijn keel. Ik had hier zo naar uitgekeken, maar met het verstrijken van de tijd voelde het ook als een gemis haar niet meer de hele dag om me heen te hebben. Het dubbele gevoel hakt er goed in. Vanmorgen stapte ze nog vrolijk in de auto, want onderweg doen we vaak spelletjes. ‘Ik zie ik zie wat jij niet ziet’. En dan zit ze met een grote glimlach op de achterbank. Ik draai de weg in die onherroepelijk richting de kinderopvang gaat. Mijn dochter begint te huilen: ‘Mama, niet naar de kindjes!’. Het is hartverscheurend. ‘Maar lieffie, je gaat zo’n leuke dag hebben. Je ziet al je vriendjes weer…. ‘ Het meisje breekt: ‘Nee, mama, ik wil naar huis.’ Okay, nu moet ik dus sterk blijven. We moeten hier allebei weer even doorheen. En als ik nu toegeef aan mijn gevoel, maakt dat de zaak er niet makkelijker op. Dus ik noem in één adem al die dingen op die ze zo leuk vindt aan de opvang. De koetjes, de buitenruimte, de grote zandbak, de geitjes, de kipjes. Ik dreun de namen op van de kindjes waar ze altijd zo enthousiast van wordt. Maar mijn dochter is ontroostbaar. 

We draaien het terrein van de kinderopvang op. Een langgerekte ‘nee!’ klinkt vanaf de achterbank. De tranen lopen over haar wangen. Ik pak haar uit de auto en volg de nieuwe routing van de opvang. Eerst desinfecteren en dan via  de buitenkant van het gebouw naar haar lokaal. Haar favoriete leidster staat meteen buiten. Maar zelfs dat helpt nu niet. Ik breek als ik haar op de grond zet om haar tasje netjes in het mandje te leggen. Ze klampt zich helemaal aan mij vast. En ik kan mijn tranen niet meer tegenhouden bij zoveel verdriet. Je moederhart zegt: draai je om en neem haar lekker mee, maar verstandelijk weet je dat je zelf ook weer door moet. Door om weer uit deze situatie te komen, waar je al maanden in verkeert. Ook voor haar. Maar jezus, wat is het moeilijk vandaag! 

De opvang is top, ze laten al snel via een online berichtje een foto zien dat ze lekker aan tafel zit te knutselen. Drie kwartier duurde het toch wel voordat ze weer een beetje haar draai kon vinden. En ik heb hem nog steeds niet te pakken. Dus chapeau voor die kleine kruimel. Je doet het vandaag beter dan mama. 

Tranen weg en aan de bak. Want mijn kracht om mensen te raken met verhalen, in video of in tekst, heb ik enorm gemist. Maar ik ben er weer. De eerste horde is vanmorgen genomen en ik ben klaar om weer te gaan vlammen!

Niki (11 mei 2020)